LeerlingenElke leerling vangt het onderwijs, een schooljaar, een les,… aan met zijn eigen geschiedenis. Tot deze geschiedenis behoren zowel kenmerken van de leerling zelf als zijn gezinssituatie, schoolervaringen,… Voor de leraar is het niet mogelijk om met al deze kenmerken rekening te houden. Een leerling kan gemotiveerd zijn, intelligent zijn, een goed studiemethode hebben, een positief zelfbeeld hebben, een goed fysieke conditie hebben, of juist niet.
De leraar zal zich vooral focussen op die leerlingenkenmerken die beïnvloedbaar zijn door het didactisch handelen. Een voorbeeld van zo’n leerlingenkenmerk is de leerstijl van de leerling |
De leerkrachtIedere leerkracht is gelukkig anders, heeft andere eigenschappen, maar ook gebreken waar men zich vaak niet van bewust is. Elke leerkracht heeft een eigen stijl van omgaan met de leerlingen. Hij kan respectvol, empathisch (inlevend) en authentiek zijn of juist niet.
Ook de didactische aanpak verschilt van leraar tot leraar: bijvoorbeeld ‘actief explorerend met veel initiatief voor de leerlingen’ versus eerder ‘schools docerend’. Zijn stijl van lesgeven wordt o.a. bepaald door zijn ervaringen en zijn eigen visie op goed onderwijs. Ook de mate van vakkennis, of de leerkracht al dan niet reeds lang lesgeeft, zijn persoonlijke motivatie,… beïnvloeden zijn lesgeven. |
De klasgroepWe mogen ons niet blind staren op de kenmerken van de individuele leerlingen. Een klas is meer dan de som van een aantal leerlingen. Het gaat om een groep die anders reageert dan dat elke van de afzonderlijke leerlingen zou doen. Een klas wordt gekenmerkt door een zekere groepsdynamica. Ook dat speelt een rol in het concrete verloop van de klaspraktijk.
De grootte van een klasgroep, de samenstelling en de groepssfeer bepalen mee het lesverloop. |